Wat zijn gebruiksfuncties en hoe bepaal ik die?

Een gebruiksfunctie wordt gevormd door: gedeelten van een of meer bouwwerken die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die tezamen een gebruikseenheid vormen.

De definitie bij de in het tweede lid van artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2012 bedoelde gebruiksfuncties geeft de gebruiksbestemming van de gebruiksfunctie weer, ook wel kenmerkende activiteit genoemd.

 Een gedeelte van een gebouw dat bestemd is voor een bepaalde activiteit wordt gebruikt voor die activiteit. Daarom is destijds gekozen voor de term 'gebruiksfunctie'. 

Een (deel van een) bouwwerk dat is bestemd voor de activiteit 'wonen' is daarom een woonfunctie.

Het Bouwbesluit onderscheidt twaalf categorieën gebruiksfuncties, zoals onder andere woonfunctie, kantoorfunctie, winkelfunctie, gezondheidszorgfunctie (Bouwbesluit 2012, artikel 1.1.).

De aanvrager van de omgevingsvergunning geeft zelf aan welke functies de verschillende ruimten van het gebouw hebben. De aangemerkte gebruiksfuncties bepalen de gebruiksmogelijkheden van de ruimten. De gemeente toetst de vergunningaanvraag op grond van de aangegeven gebruiksfuncties.

Bij de toetsing van een bestaand gebouw aan het Bouwbesluit 2012 moet worden uitgegaan van de door de eigenaar als actuele gebruiksfunctie aangegeven gebruiksfunctie, of de gebruiksfunctie die de feitelijke activiteit representeert als daaraan hogere eisen zijn verbonden dan aan de door de eigenaar aangegeven gebruiksfunctie.

Versiedatum: 18-10-2017

Is uw vraag hiermee niet beantwoord?
U kunt geen vragen meer stellen via de Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 kunt u uw vragen stellen via het vragenformulier van het Informatiepunt Leefomgeving.

Terug naar overzicht met vragen en antwoorden