Vanwege beperkte ruimte heeft de ontwikkelaar van een nieuw te bouwen appartementengebouw gekozen voor het realiseren van een gemeenschappelijke fietsenberging met 65 fietsplekken en twee opstelplaatsen voor scootmobielen. In elke woning is daarnaast een ruime binnenberging voorzien. De gelijkwaardigheid heeft de ontwikkelaar onderbouwd aan de hand van de Amsterdamse Bouwbrief uit 2015. Is hier inderdaad sprake van gelijkwaardigheid of moet - zoals de gemeente aangeeft - meer rekening gehouden worden met de stalling van scootmobielen?

De gemeente is in dit geval het bevoegd gezag en niet gebonden aan een door een andere gemeente geaccepteerde gelijkwaardigheid. Nu artikel 4.30 verwijst naar het kunnen stallen van scootmobielen moet met de afmetingen van een scootmobiel rekening gehouden worden bij de berging op de verdieping.

Trefwoorden: Nieuwbouweisen, Gelijkwaardigheid, Woongebouw, APB, 2204, scootmobielen, stalling scootmobiel

Versiedatum: 11-03-2022

Is uw vraag hiermee niet beantwoord?
U kunt geen vragen meer stellen via de Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 kunt u uw vragen stellen via het vragenformulier van het Informatiepunt Leefomgeving.

Terug naar overzicht met vragen en antwoorden